
Autisme
Volgens psychiater en hoogleraar autisme Wouter Staal is autisme de ‘verzamelnaam voor gedragskenmerken die duiden op een kwetsbaarheid op de volgende gebieden: sociale interactie, communicatie, flexibiliteit in denken en handelen en het filteren en integreren van informatie.’
​
ASS staat voor 'Autisme Spectrum Stoornis' en is een verzamelnaam uit de DSM-5 voor alle afzonderlijke autismediagnoses (die nu niet meer apart gegeven worden, zoals klassiek autisme, het syndroom van Asperger en PDD-NOS).
​
Waar autisme nu precies is en waar het vandaan komt, is vandaag de dag (voor de mainstream wetenschap) nog steeds niet duidelijk. Er is echter een groeiend aantal mensen (waaronder autisten zelf) dat hier steeds meer over ontdekt.
​
De hoofdcriteria of -kenmerken
Om de diagnose ASS te krijgen, moet je vandaag de dag aan minstens 5 van de 7 hoofdcriteria in de DSM 5 voldoen. Die 7 criteria of hoofdkenmerken zijn:
-
Een hoge score op de autismeschaal en een lagere 'Empathie Quotiënt van pervasieve ontwikkelingsstoornissen'.
-
Beperkingen in de sociale communicatie en interactie, zoals de sociaal emotionele wederkerigheid, non-verbaal communicatief gedrag en het ontwikkelen, handhaven en begrijpen van sociale relaties.
-
Stereotype, zich herhalende motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak.
-
Het vasthouden aan voorspelbaarheid en gedragsroutines of rituele patronen van verbaal of non-verbaal gedrag.
-
Zeer beperkte interesses en fixaties die ongewoon zijn qua intensiteit of aard.
-
Over- en ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels of ongewone belangstelling voor sensorische aspecten van de omgeving.
-
Een bevestigende ontwikkelingsanamnese van structureel aanwezige bovenstaande kenmerken vanaf de geboorte tot op heden, waarin sprake is van een algemene asynchrone ontwikkeling of vertraagde ontwikkeling.
​
​
Wat autisme precies is
Een diagnose ASS wordt dus gesteld op louter gedragskenmerken. Een 'biomarker' om ASS aan te tonen, bestaat niet (bv. a.d.h.v. een bloed- of DNA-test). Autisme is dan ook geen genetische afwijking of ziekte en lijkt zich op een subtieler level van ons 'zijn' af te spelen dan een patroon in onze lichamelijke materie.
​
Wat wel bekend is, zijn de problemen waar mensen met autisme tegenaan kunnen lopen en wat de sterke kanten van mensen met autisme zijn. Door onderzoek en ervaring op dit gebied, zijn er intussen steeds meer faciliteiten ontwikkeld om mensen met autisme te kunnen helpen.
​
De positieve kanten van autisme worden vaak in verband gebracht met de huidige 'neurodiversiteitsbeweging'. Vanuit deze beweging wordt autisme niet per se als een 'stoornis' of 'beperking' beschouwd, maar als een 'niet-neurotypische' manier van zijn. Een autistisch brein zou vanuit de basis anders 'bedraad' zijn, wat ook vaak voorkomende voordelen heeft, zoals: oog voor detail, analytisch denken, eerlijkheid, loyaliteit en technisch inzicht.
​
Marcus Krielen, expert en coach op het gebied van autisme en trauma, beweert dat autisme een gevolg is van stress en trauma. In zijn werk als autismecoach begon het Krielen op te vallen dat alle mensen met de diagnose autisme, enige vorm van trauma hebben meegemaakt. Het werk van Krielen kan uitkomst bieden als het gaat om de vraag wat autisme precies is.
Een video hierover is hier te vinden: https://youtu.be/FPUneC-Qy5o .
​
Ook emotiespecialist en ervaringsdeskundige Vera Helleman schijnt haar licht op wat autisme vanuit de basis zou kunnen zijn. Volgens Helleman is autisme 'een fundamenteel andere constitutie met positieve kwaliteiten' van waaruit de klinische gedragskenmerken die de DSM 5 noemt, kunnen voortkomen, indien deze constitutie zich niet heeft weten te handhaven in de maatschappij. De autistische constitutie zou tevens een onderdeel zijn de menselijke ontwikkeling of evolutie.
In 2020 presenteerde Vera vanuit haar visie de grondslag van autisme, die bestaat uit drie pijlers:
-
Natuurwetmatig denken: Dit is de logica waar vanuit mensen met autisme de wereld aftasten. Problemen in het begrijpen van dubbele boodschappen, spreekwoorden, sarcasme maar ook (bepaalde) sociale verwachtingen komen hier vandaan. Evenals de specifieke interesses. Dit brein is meer gedetailleerd dan overzichtelijk ‘ontworpen’ en weegt alles af tegen een bepaald soort logica (natuurwetten i.p.v. regels). De noodzaak voor regels, maar ook de weerstand tegen regels wordt hier heel logisch. Deze pijler biedt bij begrip handvatten voor een andere, meer autistisch logische, begeleiding die beter afgestemd blijft met zichzelf.
-
Het ontbreken van een ik-referentiepunt: Het ontbreken van het ik-referentiepunt is oorzaak van de beperking in het voorstellingsvermogen en inlevingsvermogen. De toekomst en het dáár is alleen in te beelden met een ik-referentiepunt. Aan de andere kant is dit de reden van de puurheid, eerlijkheid, het onderliggende respect voor hoe anderen hun leven leven en de nuchterheid over emotionele zaken die we bij autisme waarnemen.
-
Hypersensitiviteit: Kenmerkend voor autisme is o.a. de hypersensitiviteit. Deze uit zich niet alleen in de fijngevoeligheid van de zintuigen, maar ook in het copinggedrag dat nodig is bij overprikkeling, zoals stimming, afsluiten en woede-aanvallen. In positieve zin is de sensitiviteit een zeer geavanceerd, navigerend gereedschap dat we niet willen afvlakken, maar juist willen inzetten.
(Helleman, 2020; zie: https://www.verahelleman.nl/autisme/ )
​
​​​​
Bronnen
​
NVA; Nederlandse Vereniging voor Autisme, via https://www.autisme.nl/
​
Marcus Krielen: https://www.marcuskrielen.nl/
​
Vera Helleman: https://www.verahelleman.nl/autisme/
​
